Het Ad6-virus heeft Ad Pelders te pakken

Nog geen week geleden schreef ik mijn laatste stukje, en nu kom ik er al weer op terug. Op een of andere manier kan ik mijn draai niet vinden. Het fietsen dient nu uitsluitend voor het vermaak en geen doel meer. Verder is het natuurlijk een week geweest waarin erg veel gebeurde en de kille sleur van alle dag steekt daar schril bij af.

Aan wat extra’s doen kom je amper toe, al gauw zit je weer op de eindeloze reeksen foto’s en filmpjes te kijken, naar jezelf en naar mensen die je kent. Dan zie je weer het steile stuk net vanaf de camping, de bocht waar Karin en Jeanne hebben staan vlaggen. De Heino bocht en de bocht waar Hans en Geesje zaten waar ik steeds heel even stopte. Het kerkje bij bocht zeven en de dames met de paarse pruik, daar waar je even het ergste gehad had. De ligging van het dorp boven op de berg, die walgelijke rode marmot, het dorp en last but not least Betty.

En als je dan zo naar die foto’s kijkt en denkt aan de vierde juni, hoe pijn alles deed, hoe zwaar het was en hoe verschrikkelijk je hebt afgezien. Dat, maar ook de trots, de emotie die je voelde iedere keer als je in het dorp Alpe d’Huez over de finish reed. Dat gevoel komt steeds weer terug, als je erover verteld. Maar ook als mensen je complimenteren met je prestatie, denk je onwillekeurig aan wat je er voor hebt moeten doen maar ook wat je gepresteerd hebt.

Iedereen die gefietst heeft is als held geëerd, en heeft aan respect gewonnen, of je nu één maal of negen maal naar boven bent geweest en iedereen heeft respect voor elkaar. Dat maakt dat je een goed gevoel aan de week hebt over gehouden en een goed gevoel aan de hele periode die er aan vooraf is gegaan. Hoewel de trainingen misschien ook wel anders kunnen en als het thuisfront daar meer bij betrokken wordt scheelt dat misschien ook wat onenigheid. Maar goed nu is het voorbij en wat nu.

Ik ben nooit zo behept met hype’s en stromingen, maar ik heb regelmatig de term Alpe d’Huzes virus horen vallen. En hoewel het tegen mijn principe’s is zou het zo maar zo kunnen zijn dat ik daar last van heb. Naast de magnifieke week, hoewel ik een hele zware dag heb gehad en daar een aantal dagen lichamelijk van van slag ben geweest, wil ik eigenlijk niets liever dan weer die berg op. Dit ondanks de afspraak met Ad Timmermans dat we net zo vaak de elf stedentocht zouden fietsen tot we bij het loketje bijzondere prestatie’s ons af moesten melden. Dat is bij tienmaal en daar had ik er al zeven van gedaan.

Het gevoel was er eigenlijk al bij het vertrek, en ik heb het nummer van mijn huisje onthouden. Ik was echt in de veronderstelling dat mijn vorige weblog de laatste was, maar Leo’s mailtje heeft mij op andere gedachten gebracht. Zo een fijne week, zo een fijn clubje en zo’n fantastische prestatie, dat kan toch niet zomaar hierbij ophouden. Dus zeg het maar, zonder afbreuk te doen aan de collega’s van kantoor en die van Jose, willen jullie dat ik de enige expert blijf die zes keer op een dag naar boven is gereden?